De bevers leren over windrichtingen en knopen er op los

Het was een koude en rustige opkomst afgelopen zaterdag. De bevers kwamen goed ingepakt aan. We begonnen natuurlijk met het beverlied. Deze keer zongen de bevers om en om een zin van het lied. Het weerhield ons er niet van om toch even naar het bos te gaan samen. Onderweg werd er vrolijk gekletst en werden er veel grapjes gemaakt. Eenmaal aangekomen werd het windrichtingen spel gespeeld. Eerst werd er natuurlijk uitgelegd hoe een kompas werkt en waarom zoiets als een kompas bestaat. Toen ze eenmaal duidelijk hadden dat er altijd noord, oost, zuid en west op staat was het tijd voor windrichtingen-verhaal. Er lagen vier kaarten in een cirkel met daarop N, O, Z, W. Iedere keer als in het verhaal het woord noord, noorden of oost, westen etc. naar voren kwam moesten de bevers naar de juiste windrichting rennen. Navajo, Joren en Luc hadden dit vrij snel door en al gauw werd er een voorwerp verstopt in een bepaalde richting in het bos. Navoje legde als eerste de bal richting het noorden achter een grote struik neer. De andere bevers vroegen dan waar hij de bal had neergelegd en Navajo gaf dan aan “het noorden”. Met hulp van de kaartjes die er al lagen wisten de bevers in welke richting ze moesten zoeken. Toen de bal gevonden was, werd er nog even “middeltje” gespeeld en was het al tijd om terug te wandelen. Want we hadden dorst!

Onderweg terug kregen de bevers de opdracht om een ding of gebouw op de looproute te onthouden. Bij aankomst in het beverlokaal vertelden ze 1 voor 1 aan Mai Lun wat ze hadden bedacht. Deze woorden of voorwerpen kwamen later weer van pas. Eerst was het tijd om even wat te drinken. Tijdens het drinken werd er uitgelegd wat een platte knoop is en hoe je deze kunt herkennen. Ook werden er verkeerde knopen gemaakt zodat de bevers het verschil konden zien. Samen werd er met twee verschillende kleuren touwtjes geoefend op de platte knoop. Je denkt misschien, dit is toch best moeilijk? Maar de bevers hadden ze aardig vlot onder de knie! Ook moesten ze om en om een platte knoop of een verkeerde knoop uit een stapel knopen touwtjes zien te vissen.

Toen was het tijd voor de woorden die ze hadden bedacht op de terugweg naar het beverlokaal. Elke bevers moest zijn eigen woord tekenen en de andere bevers moesten raden wat er precies was getekend. Zo werd er een halve eikel getekend (want die lag toch echt in het bos op de grond), een elektriciteitshuisje (die kom je tegen als je naar het bos loopt) maar ook een parkeervak (ter hoogte van het hockeyterrein). We hadden niet heel veel tijd meer over en besloten om samen nog een potje “wie ben ik” te spelen.

Het was een gezellig opkomst. Tot volgende week!

Reacties zijn gesloten.